Waarom hebben enkele belangrijke ministers Afghanistan verlaten?
‘De interne conflicten van de Taliban draaien niet om principes, maar om macht’

© Taliban

© Taliban
Ghulamullah Habibi & Ken Lambeets
07 april 2025 • 13 min leestijd
Openlijke meningsverschillen binnen de Taliban wijzen op interne conflicten, waarbij enkele belangrijke Talibanministers Afghanistan al verlaten hebben. Maar dat betekent volgens experten niet dat de Taliban een mildere koers zullen gaan varen, integendeel.
Sinds de terugtrekking van de Amerikaanse strijdkrachten en de machtsovername door de Taliban in 2021 is Afghanistan internationaal sterk geïsoleerd. Dat is nog meer het geval sinds afgelopen januari. Het Internationaal Strafhof in Den Haag vaardigde toen arrestatiebevelen uit tegen de hoogste Talibanleider Haibatullah Akhundzada en de voorzitter van het Afghaanse Hooggerechtshof. De aanklacht: misdaden tegen de menselijkheid. De aanleiding daarvoor is de grootschalige discriminatie van vrouwen en meisjes, van wie de rechten drastisch zijn ingeperkt.
Maar in Afghanistan zelf hebben de Taliban ook niet de volledige controle over de situatie. Ondanks de belofte om de veiligheid in het land te herstellen, vinden er nog regelmatig aanslagen plaats. Bij een zelfmoordaanslag in Kabul vielen vorige maand bijvoorbeeld nog één dode en drie gewonden. De dader werd door beveiligingsagenten neergeschoten vlak voordat hij zijn doelwit, het Ministerie van Stedelijke Ontwikkeling en Huisvesting, kon bereiken. De aanslag is nog door geen enkele groep opgeëist.
Bovendien vonden er recent opnieuw gevechten plaats aan de Afghaans-Pakistaanse grens. Daarbij kwam één Afghaanse beveiliger om het leven en twee anderen raakten gewond. Pakistaans mortiervuur verwondde enkele dagen later ook drie Afghaanse journalisten. Pakistan sloot de grens vorige maand vanwege een geschil over de bouw van een nieuwe Afghaanse grenspost. Door de gevechten kwamen zo’n 5000 vrachtwagens met essentiële goederen vast te staan aan de grens, wat de economische crisis in Afghanistan alleen maar groter maakt.
Kritiek op onderwijsverbod voor meisjes
Dat het de Taliban niet voor de wind gaat, blijkt ook uit verschillende interne meningsverschillen die de afgelopen weken steeds meer aan de oppervlakte kwamen. Zo is Mohammad Abbas Stanikzai, de plaatsvervangend Talibanminister van Buitenlandse Zaken, naar de Verenigde Arabische Emiraten gevlucht. In een toespraak die hij eind januari in de provincie Khost hield, uitte hij kritiek op het onderwijsverbod voor meisjes in Afghanistan. Hij benadrukte dat zowel mannen als vrouwen toegang zouden moeten hebben tot onderwijs, waarmee hij verwees naar de tijd van de profeet Mohammed.
Na deze uitspraken zou Talibanleider Haibatullah Akhundzada hebben bevolen om Stanikzai een reisverbod op te leggen en hem te arresteren. Dit zou Stanikzai gedwongen hebben om Afghanistan te verlaten. Hoewel Stanikzai beweert om gezondheidsredenen naar Dubai te zijn gereisd, wordt aangenomen dat zijn vertrek toch met een dreigende arrestatie te maken heeft.
Groeiende machtsstrijd
Ook de invloedrijke minister van Binnenlandse Zaken, Sirajuddin Haqqani, heeft al meer dan veertig dagen geen voet op Afghaanse bodem gezet. Sirajuddin is de zoon van Jalaluddin Haqqani, de oprichter en naamgever van het zogenaamde Haqqani-netwerk. Dat is een invloedrijke en beruchte militante groepering binnen de Taliban die sterke banden met Al-Qaeda heeft. Het netwerk wordt verantwoordelijk gehouden voor een reeks zelfmoordaanslagen op overheidsgebouwen, hotels, ambassades en militaire doelen in Afghanistan en Pakistan. Daarbij zijn in totaal duizenden slachtoffers gevallen, zowel burgers als militairen.
Sirajuddin Haqqani zou tijdens een verblijf in Dubai functionarissen uit de Verenigde Arabische Emiraten hebben ontmoet en vervolgens naar Saudi-Arabië zijn gegaan voor de oemrah, de kleine bedevaart naar Mekka. Dat is opmerkelijk, want volgens sommige bronnen zou Haqqani al in 2024 de hadj – de pelgrimstocht naar Mekka – hebben voltooid. Dit wijst erop dat zijn tweede reis mogelijk niet uitsluitend van religieuze aard is.
De Taliban hebben nog geen duidelijke verklaring gegeven voor de recente reizen van Stanikzai en Haqqani, noch over de toenemende verdeeldheid. Hoewel hun woordvoerder de onderlinge meningsverschillen erkent, beweert hij dat er geen sprake is van interne verdeeldheid of conflict. Toch lijken de toenemende openlijke kritiek binnen de Taliban en de langdurige afwezigheid van sleutelfiguren te wijzen op een groeiende machtsstrijd binnen de groep.
MO* vroeg aan drie experts naar hun mening over de recente ontwikkelingen.
Talibanbestuur faalt
Shahmahmood Miakhel, gouverneur van de provincie Nangarhar en daarna minister van Defensie onder voormalig president Ashraf Ghani, volgt de gebeurtenissen in zijn thuisland vanuit de Verenigde Staten. ‘De Taliban is nooit een homogene beweging geweest’, legt hij uit aan de telefoon. ‘Je moet de Taliban eerder zien als een samenraapsel van verschillende groeperingen, waaronder het Haqqani-netwerk. Daarnaast zijn er andere extremistische organisaties, zoals Al-Qaeda, ISIS, de Islamitische Beweging van Oezbekistan en de Tehreek-e-Taliban (TTP, de Pakistaanse Taliban, red.). Verder speelden er ook criminele bendes en drugskartels een rol in de strijd tegen de voormalige Afghaanse regering. Wat hen met elkaar verbond? Chaos die hen in staat stelde om invloed en middelen te verwerven.’
Binnen de Taliban zelf onderscheidt Miakhel drie hoofdfacties: de groep rond Haibatullah Akhundzada in de zuidelijke stad Kandahar, het Haqqani-netwerk en de zogenaamde Doha-onderhandelaars. Dat zijn de leden van de Taliban die de vredesbesprekingen tussen de Afghaanse regering en de Taliban in de Qatarese hoofdstad voerden in 2020. ‘Tussen deze facties groeien de meningsverschillen, vooral over de koers van het bewind en de mate van openheid naar de buitenwereld’, zegt hij. ‘Die onenigheid wordt steeds openlijker.’
Miakhel is ook kritisch over het bestuurlijke falen van de Taliban. In de afgelopen vier jaar heeft de organisatie volgens hem niets wezenlijks gedaan om de legitimiteit van haar regime te versterken, noch op nationaal, noch op internationaal niveau. ‘Er is geen vooruitgang geboekt op het gebied van bestuur, economische groei of internationale diplomatie’, legt hij uit. ‘Hierdoor blijft de Talibanregering in een geïsoleerde positie, zonder formele erkenning of brede steun binnen Afghanistan, maar ook niet daarbuiten.’
‘Taliban is niet veranderd’
Het voormalige Afghaanse parlementslid Shukria Barakzai is ronduit sceptisch over de interne meningsverschillen van de Taliban. Die zogenaamde onenigheid verandert volgens haar niets aan hun beleid. ‘De Talibanministers delen allemaal dezelfde ideologie’, zegt ze vanuit Londen, waar ze als journaliste werkt.
‘De interne conflicten draaien niet om principes of ideologie, maar om macht.’
Barakzai heeft het specifiek over Abbas Stanikzai die naar Dubai vluchtte. Ze betwijfelt de oprechtheid van zijn kritiek op het onderwijsverbod voor meisjes in Afghanistan. ‘Bij de machtsovername in 2021 heeft Stanikzai de Afghanen voorgehouden dat de Taliban veranderd zouden zijn. Maar in de praktijk hebben we daar nooit iets van gemerkt’, benadrukt ze. Volgens haar heeft niet alleen Stanikzai, maar de hele onderhandelingsdelegatie tijdens de vredesgesprekken in 2020 een misleidend beeld van de Taliban geschetst, zowel aan de internationale gemeenschap als aan het Afghaanse volk.
‘De interne conflicten draaien niet om principes of ideologie, maar om macht’, zegt Barakzai. ‘Wie krijgt de meeste autoriteit, het meeste geld en de belangrijkste posities? Zodra bepaalde leden zich benadeeld voelen, beginnen ze zich kritisch uit te laten. Maar dat verandert niets aan de kern van de beweging.’
Ideologische lijn wordt dwingender
Volgens Romain Malejacq probeert Talibanleider Haibatullah Akhundzada op dit moment zijn controle op de Taliban te versterken. Malejacq is universitair hoofddocent van het Centrum voor Internationaal Conflict Analyse & Management (CICAM) van de Radboud Universiteit in Nijmegen en auteur van het boek Warlord Survival: the Delusion of State Building in Afghanistan.
Dit proces van centralisatie leidt volgens hem tot spanningen, omdat er steeds minder ruimte lijkt te zijn voor afwijkende meningen. ‘De ideologische lijn van de beweging wordt nu dwingender opgelegd aan hen die kritiek uiten’, stelt Malejacq. ‘Dat verklaart het vertrek van Stanikzai naar het buitenland.’
Maar de interne verdeeldheid binnen de Taliban is niet nieuw. ‘De spanningen tussen de Haqqani-factie en andere stromingen binnen de beweging bestaan al langer. De Taliban heeft altijd geprobeerd om niet aan beleid te doen, want dat creëert automatisch spanningen. Nu ze gedwongen wordt om beleid te voeren, komt de interne verdeeldheid meer aan de oppervlakte en wordt ze meer zichtbaar.’
(Lees verder onder de leestips)
Meer over de Taliban en Afghanistan
Meer extreme koers
Talibanleider Haibatullah Akhundzada plaatst steeds vaker eigen vertrouwelingen op sleutelposities. Dat doet hij volgens Malejacq om zijn macht te versterken en de samenhang te behouden. ‘Sommige leden belanden in de gevangenis, anderen verdwijnen tijdelijk uit beeld, zoals we eerder hebben gezien met Abdul Ghani Baradar (een van de stichters van de Taliban in 1994, red.). We weten niet precies waarom leiders als Sirajuddin Haqqani langere tijd niet in Afghanistan opduiken, maar het voedt de speculaties over interne spanningen.’
De academicus benadrukt dat de interne verdeeldheid niet betekent dat de Taliban hun sterke grip op het land zullen lossen. ‘De angst om uiteen te vallen, drijft de Taliban juist tot een meer extreme koers. Hoe groter de dreiging van interne verdeeldheid, hoe radicaler het beleid wordt om eenheid te behouden. Er zijn facties binnen de Taliban die vinden dat het huidige regime niet ver genoeg gaat in het doorvoeren van de islamitische wetgeving. Groepen zoals Islamitische Staat in Khorasan (ISKP) proberen daarop in te spelen.’
Geen concessies
De grootste dupe van de interne strijd zijn de Afghanen. ‘Als fragmentatie leidt tot een nog extremere koers, is het onwaarschijnlijk dat het regime zal matigen’, zegt Malejacq. ‘Internationale druk lijkt weinig effect te hebben. Bovendien zijn de Taliban niet bereid concessies te doen aan de internationale gemeenschap, zelfs niet in ruil voor humanitaire hulp.’
De wetenschapper vindt het niet eenvoudig om een scenario te bedenken waarin er echt iets kan veranderen in Afghanistan. ‘Mocht er een machtsverschuiving plaatsvinden binnen de Taliban, dan zou er enige ruimte kunnen ontstaan voor minder ideologisch gedreven leiders’, zegt hij. ‘Dat zou bijvoorbeeld kunnen leiden tot beperkte hervormingen, zoals het toestaan van onderwijs voor meisjes en vrouwen die werken. Maar zolang de huidige machtsstructuur intact blijft, is de kans daarop klein.’
Vrouwen en meisjes zijn geen mensen
Een vrouwenrechtenactiviste uit Kabul, die vanwege veiligheidsredenen anoniem wil blijven, schetst een schrijnend beeld van de situatie voor Afghaanse vrouwen en meisjes. Miljoenen meisjes zijn niet alleen uitgesloten van onderwijs, ze worden door de Taliban nauwelijks nog als mensen gezien.
‘Het is niet alleen dat meisjes en vrouwen niet naar school mogen en niet mogen werken,’ zegt ze in een audiobericht, ‘in dit systeem van onderdrukking wordt het ons onmogelijk gemaakt om te leven. Ondanks de interne strijd binnen de Taliban, blijven de Afghanen de grootste slachtoffers van het regime. En het leven van vrouwen in Afghanistan wordt steeds uitzichtlozer. Ik hoop dat de internationale gemeenschap dat niet uit het oog verliest.’
Taliban versus Hayat Tahrir al-Sham
Matin Bek is een onderzoeker bij het New America’s Future Security Program en bekleedde hoge functies in de vorige Afghaanse regering. In een analyse op The Cipher Brief schrijft hij dat de Taliban een belangrijke kans gemist hebben om zich te hervormen en een internationaal draagvlak te behouden. Bek vergelijkt de Taliban met Hayat Tahrir al-Sham (HTS) in Syrië, een islamistische groepering met wortels in ISIS en Al-Qaeda die in het verleden door veel internationale waarnemers werd veroordeeld en als terroristische organisatie werd beschouwd.
In tegenstelling tot de Taliban, schrijft Bek, heeft HTS actief geprobeerd om het eigen imago te verbeteren, de pluralistische samenleving in Syrië te behouden en internationale veiligheidszorgen aan te pakken. Daardoor wint de organisatie langzaam aan legitimiteit. ‘Vóór de machtsovername hadden de Taliban via hun kantoor in Doha net diplomatieke betrokkenheid en goodwill gecreëerd, maar de afgelopen drieënhalf jaar verspeelden ze deze positie door genderapartheid te institutionaliseren, en zowel van Afghanen als van de internationale gemeenschap te vervreemden.’
Word proMO*
Vind je MO* waardevol? Word dan proMO* voor slechts 4,60 euro per maand en help ons dit journalistieke project mogelijk maken, zonder betaalmuur, voor iedereen. Als proMO* ontvang je het magazine in je brievenbus én geniet je van tal van andere voordelen.
Je helpt ons groeien en zorgt ervoor dat we al onze verhalen gratis kunnen verspreiden. Je ontvangt vier keer per jaar MO*magazine én extra edities.
Je bent gratis welkom op onze evenementen en maakt kans op gratis tickets voor concerten, films, festivals en tentoonstellingen.
Je kan in dialoog gaan met onze journalisten via een aparte Facebookgroep.
Je ontvangt elke maand een exclusieve proMO*nieuwsbrief
Je volgt de auteurs en onderwerpen die jou interesseren en kan de beste artikels voor later bewaren.
Per maand
€4,60
Betaal maandelijks via domiciliëring.
Meest gekozen
Per jaar
€60
Betaal jaarlijks via domiciliëring.
Voor één jaar
€65
Betaal voor één jaar.
Ben je al proMO*
Log dan hier in