Wat als Leopold II en Patrice Lumumba met elkaar in gesprek zouden gaan?
De nachtmerrie van Leopold II

© Fayrouz

© Fayrouz
Don Moussa Pandzou
11 april 2025 • 11 min leestijd
Wat als Leopold II en Patrice Lumumba met elkaar in gesprek zouden gaan, op een zomeravond in Oostende, zo'n 65 jaar na de onafhankelijkheid van Congo? Auteur en reportagemaker Moussa Don Pandzou nam het als vertrekpunt voor zijn essay over het conflict tussen twee onverenigbare wereldbeelden.
In de zoektocht naar verzoening met de donkere pagina’s uit ons verleden discussiëren we de laatste jaren steeds vaker over de rol van België in de Congolese geschiedenis. We kijken met een steeds kritischere blik naar figuren zoals Henry Morton Stanley, Boudewijn en het Belgische koningshuis, en naar hun invloed tijdens en na die koloniale periode. We praten ook steeds vaker over Leopold II als de architect van de gruweldaden die in het immense Afrikaanse land hebben plaatsgevonden.
Tegenover de Belgische vorst zien we Patrice Lumumba als een symbool van verzet en waardigheid. Een Afrikaan die zich nooit zou laten onderdrukken en actief het witte gedachtegoed van Leopold II en zijn handlangers bestreed. Een pan-Afrikaanse man die met vlammende speeches voor een volle zaal opviel in het pas onafhankelijk en soeverein geworden Congo. Hij sprak de nabestaanden van Leopold moedig en vol trots toe in het Frans, de taal van de kolonisator. In strak maatpak hanteerde hij een discours dat Afrikaanse mannen in maatpak in die tijd niet hoorden te gebruiken.
Hebben deze twee figuren iets met elkaar gemeen? Want eerlijk gezegd, ik zie weinig gelijkenissen. De ene was wit, rijk en een vorst. De andere was arm, zwart en een Afrikaan. De ene was bevoorrecht, de andere werkte zich vanuit een underdogpositie op naar de hoogste rangen van de Congolese elite. Ironisch genoeg is Leopold II nooit in Congo geweest, terwijl Lumumba meerdere keren in Brussel verbleef. Ze leefden in twee verschillende tijden, maar de tijdgeest was dezelfde. Beiden zijn dood, maar hun ideeën blijven voortbestaan.
Wat als ze elkaar vandaag, op een zomeravond in Oostende, zo’n 65 jaar na de onafhankelijkheid van Congo, zouden tegenkomen? Zouden ze naar de Noordzee staren, in de schaduw van het standbeeld van Leopold II aan de Koninklijke Gaanderijen, op nagenoeg dezelfde plek waar de landsgrenzen van het huidige Congo bedacht werden door Leopold II en zijn brutale koloniale agent Henry Morton Stanley? Wat als ze met elkaar in gesprek zouden gaan? Waarover zou dat dan gaan?

© Fayrouz
Oostende als decor
Zolang mensen als Leopold II als standbeelden in onze publieke ruimtes prijken, zal dit me doen herinneren aan wie de krijtlijnen van deze maatschappij grotendeels heeft bepaald. Laatst vertelde ik nog als mopje tegen een vriend: ‘Je hebt de Code Napoléon, maar in België hanteren we de Code Leopold.’ Zijn “geniale” onderneming — zo wordt beweerd op veel standbeelden — heeft tot op de dag van vandaag diepe sporen nagelaten. Ook in Oostende staat dit nog steeds gebeiteld in steen.
Vandaag ondervinden we nog steeds de naweeën van het oude kolonialisme, naweeën die de weg naar een neokoloniaal tijdperk hebben geplaveid. In dat tijdperk kiezen kapitalisten, net als Leopold II, om te werken vanuit een winstgevend model. Menselijkheid wordt daarbij vaak over het hoofd gezien.
Vanuit een superioriteitsgevoel en beschavingsmissie zoeken grote multinationals en staten vandaag naar nieuwe gebieden om economisch te koloniseren. Het is een internationale vorm van racisme. Want we geloven in elektrische auto’s, we geloven ook in de hyperverbondenheid die de smartphone ons belooft, dus gaan we naar Congo om de nodige mineralen voor al dat moois te ontginnen. Zonder medeweten, laat staan met instemming van de Congolezen. Leopold II en later België vroegen die instemming ook niet. Waarom zouden anderen het dan wel doen?
Naast het gedachtegoed van Leopold II is ook dat van Lumumba levendiger dan ooit. Zijn pan-Afrikaanse wereldbeeld is vandaag niet weg te denken onder Afrikanen en reikt verder dan alleen Congo. Enkele jaren geleden vervingen Oostendse actievoerders een buste van Leopold II door dat van een geketende Lumumba.
Dat het eurocentrisme destructieve gevolgen heeft voor andere continenten, en voor Afrika in het bijzonder, weerklinkt luid in de straten van tal van Afrikaanse landen. Het besef dat Afrika trots mag zijn op zijn prekoloniale geschiedenis, culturen en religies én het recht heeft om zelf te beschikken over zijn grondstoffen en rijkdommen is de norm geworden.
Nieuwe jonge Afrikaanse leiders zoals Ibrahim Traoré van Burkina Faso staan op, leiders die een pan-Afrikaans discours hebben en durven te verwijzen naar Lumumba. Traoré haalt zijn Congolese voorbeeld aan als een symbool van verzet tegen kolonialisme en als een pionier van Afrikaanse onafhankelijkheid. Hij prijst Lumumba om zijn moedige pogingen om de Afrikaanse landen te bevrijden van buitenlandse overheersing en te streven naar de oprichting van een verenigd en onafhankelijk Afrika.

Conflict tussen wereldbeelden
Een ontmoeting tussen Leopold II en Patrice Lumumba is een conflict tussen twee onverenigbare wereldbeelden. De Belgische vorst verdedigt met vuur zijn koloniale beleid door te verwijzen naar zijn zogenaamde “beschavingsmissie” in Congo. Hij beweert hardnekkig dat zijn handelen de Congolese bevolking ten goede kwam, hoewel de realiteit van het kolonialisme intussen duidelijk het tegenovergestelde bewees.
Voor Leopold II was het behoud van de koloniale status quo, waarin Congo economisch afhankelijk was van België, altijd essentieel voor zijn eigen politieke en economische belangen. En terwijl hij het koloniale systeem als een rechtvaardige, ja zelfs noodzakelijke onderneming beschouwt, ziet hij het als de levensmissie van iedere goede christen. ‘Afrikanen,’ vertelt hij aan Lumumba, ‘zijn onderdanig aan witte mensen. Het is hun bestaansreden om ons te dienen.’
En Lumumba? Die kan zijn mening over de koloniale overheersing niet onder stoelen of banken steken. Hij confronteert Leopold II meteen met de wreedheden van zijn regime. Hij stelt de onmenselijke behandeling van de Congolese bevolking aan de kaak en eist dat België de verantwoordelijkheid neemt voor de uitbuiting en de moorden die onder Leopolds regime plaatsvonden. Hij benadrukt dat de Congolese mensen rechten hebben, dat volledige onafhankelijkheid van Congo nodig was. Voor Lumumba was die onafhankelijkheid niet alleen een politieke eis, maar een fundamentele kwestie van gerechtigheid en waardigheid voor zijn volk.
Ook in dit tijdperk kiezen kapitalisten, net als Leopold II, voor winst en niet voor menselijkheid.
‘Jij noemt mij inferieur en arm, maar toen ik door Brussel liep, zag ik arme witte mensen op straat bedelen in de schaduw van jouw megalomane bouwprojecten’, zegt Lumumba tegen Leopold. ‘Wat hebben zij meer dan de miljoenen Congolezen die jij in armoede hebt gedompeld? Zijn zij superieur, alleen omdat ze wit zijn? Had je ooit gedacht dat “de wilden” ooit tot hier zouden komen? Dat ze niet alleen jouw taal zouden leren maar ook de context, zodat ze met jou in gesprek zouden gaan? Dat ze jouw nabestaanden zouden onderwijzen over de mensenrechten?’
Leopold blijft onverschillig. Voor hem is dit theater, een opgezette show, zoals de menselijke zoo die hij ooit zelf promootte. Hij kan Lumumba niet serieus nemen. Gefrustreerd, en misschien zelfs licht geamuseerd, haalt hij een briefje Belgische geld tevoorschijn en stopt het in Lumumba’s zak.
‘Hier,’ zegt hij, ‘neem dit en zwijg. Als je eenmaal beseft wat je hiermee allemaal kunt kopen, zul je wel anders fluiten. Sterker nog, je zult je eigen volk geweld aandoen. Alles draait om economie, Lumumba. Dat is de realiteit. Zwarte levens doen er niet toe.’
Lumumba laat zich niet uit het veld slaan. Hij haalt het briefje uit zijn zak en werpt het op de grond. Met gebalde vuist kijkt hij Leopold recht in de ogen.
‘Die levens, dat zijn Congolese levens. En ja, wij zijn vernederd, uitgescholden, geslagen, van ’s ochtends tot ’s avonds, louter omdat jullie ons minderwaardig vonden. Maar kijk eens goed om je heen. Vandaag staat hier een nieuwe generatie. Een generatie die niet wacht op excuses, maar die zelf het heft in handen neemt. Wij zijn hier om een antwoord te formuleren op jouw economische perversiteiten en om onze waardigheid terug te eisen.’
De spanning is te snijden, maar Lumumba’s woorden blijven lang nazinderen. Hij belichaamt een stem die niet langer kan worden genegeerd. Ook Leopold beseft dit.

© Fayrouz
De gevolgen van de ontmoeting
Hoewel beiden elkaar onmogelijk konden tegenkomen, aangezien ze in een heel andere tijd leefden, zou een ontmoeting ontegensprekelijk een confrontatie geweest zijn tussen onderdrukking en de strijd voor vrijheid, die aan de grond lag van de latere, bredere dekolonisatiebeweging in Afrika en in de rest van de wereld. Een debat zou ongetwijfeld een diepgaande invloed hebben uitgeoefend op de beeldvorming van Afrikanen en de klassieke machtsverhoudingen. Het had de basis kunnen leggen voor een rechtvaardigere en gelijkwaardige dialoog, waarin mensen vanuit hun zelfwaardering met wederzijds respect spreken over een vreedzame toekomst, zowel op het Afrikaanse continent als daarbuiten.
Bovendien had het een constructieve manier kunnen zijn om over dekolonisatie te praten.
Wie weet zou over de economische relaties tussen Congo, België en de rest van de wereld op een eerlijkere en transparantere manier zijn onderhandeld, terwijl heel de wereld toekeek. Voor Lumumba zou het een moment zijn geweest om de kracht van zijn verzet tegen de koloniale machten te benadrukken. Hij zou een oproep naar meer ‘black consciousness’, zwart bewustzijn, hebben uitgestuurd, en de vraag hebben gesteld naar een herstel van de psychologische en culturele schade die Belgisch kolonialisme en racisme hebben aangericht. Een ontmoeting zou de wereld waarschijnlijk hebben geïnformeerd over de diepte van de onrechtvaardigheid die Leopolds regime in Congo had veroorzaakt en zijn onverschilligheid daartegenover, wat onmiskenbaar de publieke opinie in België en daarbuiten had veranderd.
Maar deze ontmoeting heeft nooit plaatsgevonden. En mocht dat wel zo geweest zijn, had ze Leopold II ongetwijfeld nachtmerries bezorgd.
Don Moussa Pandzou is een Congolees-Belgische auteur en reportagemaker. Met zijn werk bouwt hij bruggen tussen Congo en België en draagt hij bij aan een meerstemmige discussie over dekolonisatie en raciale gelijkheid.
Dit essay werd geschreven voor MO*155, het lentenummer van MO*magazine. Vind je dit artikel waardevol? Word dan proMO* voor slechts 4,60 euro per maand en help ons dit journalistieke project mogelijk maken, zonder betaalmuur, voor iedereen. Als proMO* ontvang je het magazine in je brievenbus én geniet je tal van andere voordelen.