Over de koloniale wortels van kernwapens
‘Mijn volk draagt al generaties een nucleair trauma met zich mee’

© United States Department of Defense (CC0)

© United States Department of Defense (CC0)
De oorlog in Oekraïne heeft de dreiging van een nucleair conflict weer naar de voorgrond gebracht. Maar ook zonder dat kernwapens effectief gebruikt worden, richt het militair gebruik van kernenergie heel wat schade aan. Die impact raakt vooral inheemse of gekoloniseerde bevolkingsgroepen.
‘Ik weet niet precies hoe oud mijn vader was in 1953. Zijn geboorte werd nooit officieel geregistreerd, maar hij moet toen een jaar of twaalf geweest zijn.’ Karina Lester, een Yankunytjatjara Anangu vrouw uit het zuiden van Australië en antinucleair activiste, heeft het verhaal van haar vader Yami Lester al vaker verteld, maar het blijft pijnlijk.
‘Hij en Nanna, mijn grootmoeder, en andere mensen van onze gemeenschap verbleven op dat moment in de buurt van Wallatinna, waar ze voor een veeboer werkten. Mijn vader hielp bij het houden van de koeien, Nanna, werkte in het huishouden. Hun kamp lag iets verderop in de zandduinen.’
Dan plots, in de ochtend van 15 oktober 1953, schudde de aarde. Een voorbode van gebeurtenissen die de familie Lester en de Yankunytjatjara Anangu-gemeenschap nog generaties zullen achtervolgen. 'Tegen de vroege middag viel er een donkere wolk over het kamp. Nanna beschreef het als een zwarte mist, olieachtig, met een indringende, giftige geur. Al gauw werden de eerste mensen ziek. Hun traditionele onderkomens boden haast geen bescherming tegen deze dodelijke wolk.’

Karina Lester over de kernproef op Emu Field, waar haar grootouders en haar gemeenschap door getroffen werden: 'Tegen de vroege middag viel er een donkere wolk over het kamp. Nanna, mijn grootmoeder, beschreef het als een zwarte mist, olieachtig, met een indringende, giftige geur. Al gauw werden de eerste mensen ziek.'
© Toon Lambrechts
Nucleair familietrauma
Wat Yami Lester en de zijnen niet wisten, was dat zo’n 150 kilometer verderop Groot-Brittannië voor het eerst een nucleaire test op land had uitgevoerd onder de codenaam Totem 1. De keuze voor een testsite viel op Emu Field, een zogenoemde kleipan, een uitgestrekt, vlak gebied met een beenharde kleilaag als ondergrond.
Op 27 oktober volgde een tweede explosie, Totem 2. Geen van beide testen verliep zoals gepland, de radioactieve fall-out (neerslag) reikte veel verder dan voorzien. Later verhuisde het Britse kernwapenprogramma naar Maralinga, waar tot 1963 bovengrondse testen werden uitgevoerd.
‘Tot op vandaag lijden wij collectief onder de gevolgen van de Britse kernproeven op Emu Field.’
Voor de familie Lester begon die dag een trauma dat nooit meer zou helen. ‘Mijn grootmoeder heeft in de weken na Totem 1 en 2 heel wat ouderen van de gemeenschap moeten begraven. Vele anderen kregen problemen met hun ademhaling, hun ogen en huid als gevolg van radioactief stof.’
Zo ook haar vader Yami. ‘Enkele jaren later, hij moet toen ongeveer zestien jaar geweest zijn, werd hij volkomen blind. Zijn wereld werd volkomen donker. Hij heeft mij of zijn kleinkinderen nooit gezien. Veel familieleden en mensen uit onze gemeenschap kregen later last van auto-immuunziekten. Tot op vandaag lijden wij collectief onder de gevolgen van wat er in oktober 1953 plaatsvond op Emu Field.’
Emu Field, en later Maralinga, werden gekozen als testsites omwille van hun geologische eigenschappen maar ook omwille van hun afgelegen locatie. Dat het ging om land waar Aboriginalgemeenschappen woonden, was destijds niemand een zorg.

Het Maralinga-comité (later: het Atomic Weapons Test Comittee) in 1955 tijdens een bezoek aan Maralinga, waar Groot-Brittannië kernproeven hield met de toestemming van de Australische regering. De site werd gekozen omdat er 'niemand woont'. 'In realiteit woont er niemand die belangrijk wordt geacht.'
© Crown Copyright (Australian government)
‘De Australische overheid had een officier uitgestuurd om de veeboeren in de wijde omgeving te waarschuwen, hoewel de details geheim werden gehouden. Deze man sprak geen van onze talen, dus de communicatie met onze gemeenschappen was onbestaande. Nooit hebben zij enige informatie gekregen, laat staan toestemming gegeven voor de testen op het land dat hen traditioneel toebehoorde.’
Kolonialisme en kernwapens
Niet zo lang geleden leken kernwapens haast een anachronisme, een overblijfsel uit de Koude Oorlog. Maar toegenomen geopolitieke spanningen hebben een einde gemaakt aan de droom van nucleaire ontwapening.
Kernmachten wereldwijd investeren volop in de paraatheid of zelfs de uitbreiding van hun arsenaal. Vorig jaar spendeerden de kernmachten gezamenlijk zo'n 84 miljard euro aan hun arsenaal, volgens een berekening van de International Campaign to Abolish Nuclear Weapons (ICAN). Een recordbedrag, en tegelijkertijd een indicatie van een trend die zich naar alle waarschijnlijkheid zal doorzetten de komende jaren.
De Russische invasie in Oekraïne maakt de nucleaire dreiging een stuk tastbaarder. Moskou dreigde al verschillende malen met de inzet van kernwapens en herzag zijn nucleaire doctrine, die bepaalt wanneer de nucleaire optie legitiem wordt geacht. Hoe ernstig we zulke verklaringen moeten nemen is niet duidelijk, maar alleen een dergelijke retoriek al biedt redenen tot ongerustheid.
‘Zelfs zonder oorlogen maken kernwapens slachtoffers, al blijven die al te vaak buiten beeld.’
De verwoestende kracht van atoomwapens is moeilijk voor te stellen. Maar de destructieve impact van militair gebruik van kernenergie reikt veel verder, aldus Naomi Zoka, medewerkster veiligheid en ontwapening bij Pax Christi Vlaanderen, gespecialiseerd in nucleaire ontwapening en autonome wapens.
‘Mensen vatten de gevolgen van de effectieve inzet kernwapens nog wel, maar het geweld in de nucleaire keten is veel minder zichtbaar. Over de gehele levenslijn van kernwapens veroorzaken deze wapens ellende en verwoesting: in de mijnbouw, bij nucleaire testen en bij het bergen van radioactief afval.’
‘Deze verborgen impact van kernwapens komt haast exclusief terecht op de schouders van inheemse, gekoloniseerde of gemarginaliseerde gemeenschappen. Denk bijvoorbeeld aan conflicten over uraniummijnbouw en de opslag van militair radioactief afval op inheems land in Australië. Of de Franse testen in Algerije en de Stille Oceaan. Zelfs zonder oorlogen maken kernwapens slachtoffers, al blijven die al te vaak buiten beeld.’
‘Het Noorden heeft het Zuiden als nucleair laboratorium gebruikt en doet dat eigenlijk nog steeds’, zo gaat Zoka verder. ‘Koloniale machtsverhoudingen dienen zo de militaire nucleaire ambities van grootmachten en andere staten die kernwapens ambiëren. De eerste slachtoffers van uraniummijnbouw, nucleaire testen of het bergen van nucleair afval zijn gemarginaliseerde gemeenschappen, niet-blanke groepen of bevolkingsgroepen waar een nucleaire staat een zekere macht over uitoefent. Zeker bij het testen van deze wapens speelt koloniale overmacht heel sterk.’
Verminkte landschappen
Op 16 juli 1945 rees een paddenstoelwolk zo'n twaalf kilometer de hoogte in midden in de woestijn van de Amerikaanse staat New Mexico. De eerste atoomexplosie ooit was een feit. Het Manhattanproject, het kernwapenprogramma van de Verenigde Staten, bleek een succes. Niet veel later zouden de VS de bommen ook effectief inzetten om Japan op de knieën te dwingen en een einde te maken aan de Tweede Wereldoorlog.
‘Overheden legitimeren hun keuzes voor bepaalde sites met het argument dat er niemand woont. In realiteit woont er niemand die belangrijk wordt geacht.’
Andere landen volgden, en vandaag telt de wereld negen staten die in het bezit zijn van kernwapens. Deze nucleaire wapenwedloop ging gepaard met een hele reeks testen. Het totale aantal atoomproeven varieert naargelang de precieze definitie ervan, maar het gaat om meer dan 2000 explosies, bovengronds op land en op zee en onder de grond.
Door de bijzonder destructieve impact van bovengrondse testen kozen overheden ervoor om kernproeven uit te voeren in afgelegen, dunbevolkte gebieden. Deze keuzes weerspiegelen de vaak (voormalige) koloniale verhoudingen. Groot-Brittannië testte kernwapens in de voormalige kolonie Australië op inheems land, Frankrijk koos voor Reggane en In Ekker, twee plekken in de Algerijnse Sahara, en voor testlocaties op eilanden in de Stille Oceaan.
Aspirerende kernmachten zonder kolonies opteerden voor regio's ver van de centra van de macht. De testsites van de VS in New Mexico en Nevada lagen dicht bij inheemse en Spaanssprekende gemeenschappen.

Een ontploffing bij een onderzeese kernwapentest in 1946, deel van de Amerikaanse operatie Crossroads, bij Bikini (Marshalleilanden, Stille Oceaan). Aspirerende kernmachten zonder kolonies kozen voor testregio's ver van de centra van de macht.
© United States Department of Defense (public domain)
Hetzelfde interne kolonialisme speelde in de Sovjet-Unie, dat atoomwapens testte in Semipalatinsk, Kazachstan, met even weinig consideratie voor lokale gemeenschappen als de westerse grootmachten. Pakistan voerde testen uit in het Ras Koh-gebergte in Balochistan, een regio die in onmin leeft met de centrale overheid.
‘Overheden legitimeren hun keuzes voor bepaalde sites met het argument dat er niemand woont’, aldus Zoka. ‘In realiteit woont er niemand die belangrijk wordt geacht. Het gaat om plekken waarvan men vindt dat men ze mag beschadigen. Het welzijn en de belangen van mensen die er wonen, inheemse of gemarginaliseerde bevolkingsgroepen, tellen niet mee.’
Radioactieve erfenis
In de decennia na de ontwikkeling van de eerste atoomwapens groeide het besef dat bovengrondse testen te destructief waren om mee verder te gaan. Hoewel Frankrijk en China deze praktijk nog jarenlang zouden verderzetten, kwam er in 1963 een verdrag dat een einde moest maken aan bovengrondse kernproeven. Maar de gemeenschappen in de buurt van voormalige testlocaties voelen de erfenis van dergelijke testen nog steeds.
‘De gevolgen van de testen in Emu Field en later in Maralinga zijn vandaag nog voelbaar, zowel in mijn familie als in onze gemeenschap’, bevestigd Karina Lester. ‘Niets voor niets noemt men Maralinga “Mamu Pulka”, Het Grote Kwaad. Het aantal gevallen van bijvoorbeeld lymfeklierkanker en auto-immuunziekten ligt schrikbarend hoog. Aboriginalgemeenschappen kampen sowieso al met allerlei problemen op het vlak van volksgezondheid als gevolg van eeuwen van achterstelling, en de impact van deze nucleaire testen komt daar nog eens bovenop.’
Bij het mijnen van uraniumerts, de grondstof die nodig is voor de productie van kernwapens, speelt ook een koloniaal aspect, want het zijn opnieuw vooral gekoloniseerde of gemarginaliseerde gemeenschappen die de lasten dragen. Zowel in de VS, Canada als Australië zijn er voorbeelden te over van uraniummijnen die tijdens en na hun operaties geleid hebben tot wijdverspreide gezondheidsproblemen bij naburige gemeenschappen.
In Australië zijn het de aboriginalgemeenschappen die het verzet tegen uraniummijnbouw leiden, zoals recent nog tegen de geplande Yeelirrle-mijn, vertelt Lester. ‘Het is een strijd die telkens opnieuw gevoerd moet worden. Er bestaan wetten zoals de Native Title, die de landrechten van onze gemeenschappen erkennen. Maar overheden kunnen een hoger belang inroepen om mijnbouwprojecten toch goed te keuren. Bovendien zet men druk op inheemse gemeenschappen, die vaak niet goed geïnformeerd zijn. Opnieuw faalt dit land om onze belangen in rekening te brengen, net als in 1953 bij de test op Emu Field.’
Congolees uranium in eerste kernwapens
Ook de Belgische koloniale geschiedenis kent een nucleair hoofdstuk. Het grootse deel van het uranium dat gebruikt werd bij het Manhattanproject, de ontwikkeling van de allereerste kernwapens, kwam uit Shinkolobwe. In deze mijn in de Congolese provincie Katanga werd al sinds de jaren twintig radium en uranium gewonnen. Het erts uit de mijn was bijzonder rijk aan uranium. Zonder het Congolese uranium zou het misschien niet eens mogelijk geweest zijn de eerste atoombommen te bouwen, vermoedt Zoka.
‘Ook na de Tweede Wereldoorlog bleef Shinkolobwe essentieel voor de ontwikkeling van kernwapens. Omwille van het militair belang van de mijn golden er strenge veiligheidsmaatregelen. Het nabijgelegen stadje werd ontruimd, en de naam van de plek werd letterlijk van de kaart gewist.’
Officieel sloot Shinkolobwe in 2004 de deuren en werden de mijngangen dichtgemetseld. ‘Wel vindt er nog steeds artisanale mijnbouw plaats, voornamelijk om kobalt te winnen’, vertelt Zoka. ‘Daardoor raakt de bodem opnieuw omgewoeld en komt schadelijk radioactief mijnafval weer naar boven.’
‘Shinkolobwe en omgeving worden gemonitord, maar zo nu en dan duiken er geruchten op dat mensen zich toegang tot de mijn verschaffen, of over gesmokkeld uranium. China zou er bij de Congolese autoriteiten op aandringen om Shinkolobwe weer te openen om er uranium voor civiel gebruik naar boven te halen, maar daarover heerst veel onduidelijkheid.’
Cultureel verlies
Kernproeven en uraniummijnbouw hebben ook grote stukken inheems land verminkt en besmet. De gevolgen voor aboriginalgemeenschappen laten zich vandaag nog voelen, vertelt Lester. ‘Vanuit een koloniale blik bekeken is land niet meer dan iets dat in bezit genomen kan worden en naar eigen goeddunken gebruikt kan worden.’
‘De kernproeven in Emu Field en Maralinga hebben mijn volk beroofd van de culturele band met ons land, en die krijgen we niet meer terug.’
‘Maar onze manier van leven is diep verweven met het land. Het gaat om veel meer dan voedsel of een plek om te wonen. Voor ons is land een levenslijn, een landschap van verhalen, kennis en tradities.’
‘De kernproeven in Emu Field en Maralinga hebben mijn volk beroofd van deze culturele band met ons land, en die krijgen we niet meer terug. Dat verlies betekent een extra trauma bovenop de directe gevolgen van de testen op onze fysieke en mentale gezondheid.’
Nucleaire vuilnisbak
Karina Lester erfde van haar vader een diep antinucleair engagement. Behalve in Australië zelf is ze ook actief bij ICAN, de International Campaign to Abolish Nuclear Weapons. Dat is een internationale coalitie die streeft naar een wereld vrij van kernwapens die in 2017 de Nobelprijs voor de Vrede won. Een belangrijke erkenning, maar sindsdien is de nucleaire dreiging enkel toegenomen.
Dat baart Lester enorm veel zorgen. ‘Een precieze analyse van de geopolitieke spanningen in de wereld heb ik niet, maar er leeft de vrees dat Australië dreigt meegezogen te worden in een globaal conflict. Australië heeft in 2021 een veiligheidsverdrag afgesloten met de Verenigde Staten en het Verenigd Koninkrijk onder de naam AUKUS. Dit verdrag is bedoeld als tegenwicht voor de groeiende invloed van China in de Stille Oceaan en maakt Australië een betrokken partij in de geopolitieke machtstijd in de regio.’
Het AUKUS-akkoord bevat een belangrijke nucleaire component. Het voorziet een rotatie van Amerikaanse en Britse nucleaire onderzeeërs in Australische wateren, en het engagement van Australië om zelf nucleaire duikboten aan te schaffen.
Dit type militair gebruik van kernenergie zorgt evengoed voor radioactief afval. Onder het AUKUS-akkoord zou alvast laagactief afval afkomstig van de duikboten geborgen worden in Australië. Of dat ook voor hoogactief nucleair afval het geval zal zijn, is nog het voorwerp van politieke discussie.
‘Australië loopt het risico de nucleaire vuilbak van de AUKUS-landen te worden. Of liever, ons traditioneel land loopt gevaar. Want de locaties die in aanmerking komen voor de opslag van radioactief afval liggen allemaal op inheems land. Opnieuw worden de rechten en het welzijn van oorspronkelijke bewoners aan de kant geschoven ten voordele van de belangen van de nucleair-militaire industrie.’
Zelfde koloniale mechanismen
Karina Lester staat niet alleen in haar strijd. In gans het zuiden van de Stille Oceaan ijveren individuen en groeperingen voor een erkenning van het leed en de schade die Britse, Franse en Amerikaanse kernproeven hebben aangericht. Ook in de VS gaat de strijd van de zogenoemde downwinders, mensen die in de buurt van testsites woonden, onverminderd verder.
‘Het is van allergrootst belang dat wij, overlevers van de tweede generatie, dit donker verhaal te blijven vertellen’, benadrukt Lester. ‘Ook al liggen de testen in Emu Field ondertussen zeventig jaar achter ons, dezelfde koloniale mechanismen spelen vandaag nog steeds. Een simpele erkenning is niet genoeg. Het proces van helen, zowel van de mensen als van het land, is nog niet begonnen.’
‘Bovendien verplicht de geschiedenis landen zoals Australië en Groot-Brittannië om zich te engageren voor een wereld zonder kernwapens. Het ondertekenen en ratificeren van het Verdrag inzake het verbod op kernwapens is daarbij een belangrijke eerste stap. Pas dan kan deze donkere bladzijde omgeslagen worden.’